All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Article
Grond en bodem zijn eindige, niet-hernieuwbare hulpbronnen waarvan de kwaliteit steeds verder achteruitgaat, zodat ze steeds slechter functioneren en minder goede diensten leveren. Het verbouwen van voedselgewassen, de productie van biomassa en biobrandstoffen, de opslag van koolstof, de biodiversiteit in de bodem, het filteren van water, de recycling van voedingsstoffen en de aanvoer van grondstoffen komen daardoor steeds verder onder druk te staan. Ook het natuurlijke en archeologische erfgoed van de bodem is in gevaar.
Verschillende processen dragen bij aan deze achteruitgang, waaronder bodemerosie, de afname van organische stoffen in de bodem, bodemverontreiniging en afdichting van de bodem (door ondoorlatende oppervlakken, ook wel ondoorlatendheid genoemd). Deze processen komen voort uit menselijke activiteit, zoals ruimtebeslag, intensiteit van het grondgebruik (zoals onder meer blijkt uit de hoeveelheid gebruikte voedingsstoffen in plattelandsbodems) en de buitengebruikstelling van grond. Elk van deze processen heeft gevolgen voor de belangrijkste dimensies van grond: bodembedekking/landgebruik, vegetatie en bodem. Die zijn bepalend voor de voorraad en het functioneren van de bodemrijkdommen en voor de stroom van goederen en diensten die daarvan afhankelijk zijn. Deze processen beïnvloeden ook de intrinsieke waarde van grond en de bijdrage van grond aan het menselijke welzijn en de welvaart.
De duurzame-ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals – SDG's) van de Verenigde Naties bevatten streefdoelen voor de wereldwijde inspanningen om problemen met betrekking tot grond en bodem te verhelpen. In dit verband is in 2012 het zogenoemde Global Land Indicators Initiative (Wereldwijde bodemindicatoren initiatief) opgezet, met het oog op de ontwikkeling van een reeks wereldwijd te verzamelen grondindicatoren waarvan de gegevens op de lange termijn onderling vergelijkbaar zijn. Dit initiatief, dat aanvankelijk gericht was op grondrechten, is ook bedoeld om door te werken in de wereldwijde agenda voor de periode na 2015. Onder de voorgestelde indicatoren ontbrak echter de milieucomponent. Om dat recht te zetten heeft het EMA samen met het Institute for Advanced Sustainability Studies (Instituut voor gevorderde duurzaamheidsstudies) grond- en bodemindicatoren voorgesteld om de voortgang van de SDG's te kunnen meten wat betreft veranderingen in grondbedekking en landgebruik, de productiviteit van de grond en de hoeveelheid organische koolstof in de bodem.
Onze werkzaamheden dragen bij aan de ontwikkeling van het grond- en bodembeleid van de EU. De recente Europese beoordeling van het vermogen van de bodem tot het leveren van ecosysteemdiensten is daarvan een voorbeeld. Ook in ons Meerjarig Werkprogramma besteden we aandacht aan de efficiëntie van het gebruik van bodemrijkdommen en aan de beoordeling van ecosystemen en het kapitaal dat zij vertegenwoordigen.
Onderzoek naar de efficiëntie van het gebruik van bodemrijkdommen betreft het evenwicht tussen het aanbod van de bodem en de functionele eisen die eraan worden gesteld. Daarbij wordt onderkend dat de bodem een eindige en niet-hernieuwbare hulpbron is, en wordt onderzocht hoe veranderingen in de afdichting van grond voor bijv. infrastructuur en industrie van invloed zijn op de diensten die de bodem kan leveren. Ook wordt aandacht besteed aan het recyclen van grond als antwoord op het ruimtebeslag, en aan bevordering van het hergebruik van grond die ontwikkeld is maar daarna is opgegeven.
Activiteiten rond het evenwicht van voedingsstoffen in de bodem, zoals stikstof, fosfor en metalen als koper, zink, cadmium en lood, dragen bij aan projecten van het EMA voor het beoordelen van ecosystemen het natuurlijke kapitaal dat deze vertegenwoordigen. In 2014 is een schatting gemaakt van het EU-budget en de nationale budgetten en momenteel vindt onderzoek plaats naar overschrijding van de kritieke belasting door ammoniakuitstoot en -depositie met betrekking tot biodiversiteit, nitraat- en fosforuitspoeling en -afspoeling naar het grond - en oppervlaktewater en de opname van cadmium in relatie tot de voedselkwaliteit.
Het EEA streeft naar harmonisering van de gegevens in deze onderwerpen, zodat de onderzoeksresultaten uit de afzonderlijke Europese landen met elkaar kunnen worden vergeleken. Daartoe werkt het EMA samen met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC), dat bodemgegevens verzamelt onder het mandaat van het European Soil Data Centre (Europees bodem data centrum). De bodemgegevens zijn afkomstig van satellietwaarnemingen via de programma's CORINE Land Cover (CLC) en hoge resolutie datalagen (High Resolution Layers, HRL's), en betreffen onder meer de doorlatendheid.
Om grond en bodem beter in beeld te brengen heeft het EMA daarnaast een thematische cluster van indicatoren opgesteld. Deze cluster omvat momenteel ruimtebeslag, doorlatendheid, beheer van verontreinigde locaties en fragmentatie, en voorziet in indicatoren die zijn ontleend aan werkzaamheden in het kader van klimaatverandering, waaronder indicatoren voor organische stoffen in de bodem, bodemerosie en bodemvocht.
Het EU-beleid met betrekking tot grond en bodem is gefragmenteerd, en de bestaande bepalingen in het milieubeleid, landbouwbeleid of regionaal beleid zijn niet op elkaar afgestemd en dekken ook niet de gehele problematiek. De Thematische Strategie voor de bodem 2006 is een richtsnoer waarin wordt uitgelegd waarom verdere actie noodzakelijk is om de functies en het duurzaam gebruik van de bodem afdoende te beschermen. De in 2006 voorgestelde Kaderrichtlijn Bodem is vorig jaar echter ingetrokken.
De Europese Commissie heeft het voornemen om de bestaande beleidsvoorschriften op EU- en nationaal niveau die relevant zijn voor de bodem, de effectiviteit daarvan en eventuele hiaten nader te onderzoeken. Daarmee geeft de Commissie gevolg aan het Zevende Milieuactieprogramma, waarin de EU zich voor een duurzaam grondgebruik en landbeheer en voor bescherming van de bodem inzet en aangeeft te willen zoeken naar de beste manier om dit te bereiken op basis van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Wat het beleid op mondiaal niveau betreft, is de verwachting dat de lidstaten van de VN in september tot overeenstemming komen over de SDG's. Grond en bodem komen terug in meerdere doelen zoals die momenteel zijn verwoord. Om de trend van het voortschrijdend verlies van grond- en bodemrijkdommen echter wereldwijd te kunnen keren, is de uitvoering van de SDG's op nationaal en subnationaal niveau van essentieel belang. Geertrui Louwagie Interview gepubliceerd in nr. 2015/2 van de EMA Newsletter, juni 2015.
Geertrui Louwagie
Interview gepubliceerd in nr. 2015/2 van de EMA Newsletter, juni 2015.
For references, please go to https://eea.europa.eu./nl/articles/grond-en-bodem-verliezen-terrein or scan the QR code.
PDF generated on 23-11-2024 01:04
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen