All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Article
De term ‘voedselsysteem’ omvat alle processen en de infrastructuur die we hebben opgezet om voedsel te produceren en te consumeren. Hieronder vallen landbouw, handel, detailhandel, transport en consumptie. Voedsel is een basisbehoefte voor de mens. Ons voedsel moet niet alleen beschikbaar zijn, maar ook van hoge kwaliteit en toegankelijk, met andere woorden, betaalbaar en niet verontreinigd.
Er is een sterk verband tussen onze gezondheid en ons welzijn en onze voeding. Ondervoeding en obesitas zijn gezondheidsproblemen die beide rechtstreeks verband houden met voeding. Landbouw draagt ook bij aan klimaatverandering en lucht- en waterverontreiniging, die allemaal indirect van invloed zijn op de gezondheid en het welzijn van de mens.
Als we beter kijken, zien we ook dat de landbouw een zeer belangrijke sociaaleconomische rol speelt. In veel plattelandsgemeenschappen vormt het de ruggengraat van de lokale economie en vertegenwoordigt het een manier van leven en een interactie met de natuur die culturele en recreatieve waarde voor ons heeft. De manier waarop we ons voedsel produceren is van invloed op de aantrekkelijkheid van het landschap waarin we leven.
In het algemeen heeft Europa moderne landbouwproductiesystemen en grond die geschikt is voor landbouw. De productiviteit per hectare is aanzienlijk gestegen, met name in de tweede helft van de twintigste eeuw. Gezien de diversiteit van de landbouwgronden en klimaten, produceert Europa een breed scala aan producten. Maar we steunen ook op invoer, hoofdzakelijk van veevoeder, vers fruit en groenten, terwijl er voornamelijk bewerkt voedsel wordt uitgevoerd.
Aan de consumptiezijde hebben de afgelopen jaren enkele verschuivingen in het dieet plaatsgevonden. De consumptie van rood vlees is bijvoorbeeld de afgelopen vijf decennia aanzienlijk toegenomen. Maar in vergelijking met het niveau van 1995 zien we een daling van tien procent in de consumptie van rundvlees per persoon. Aan de andere kant eten Europeanen meer pluimvee, vis en zeevruchten en meer fruit en groenten.
Er zijn twee belangrijke punten van zorg in Europa. Het eerste is sociaaleconomisch. Urbanisatie en de daarmee verband houdende veranderingen in levensstijl laten zien dat landbouw minder aantrekkelijk wordt als economische activiteit. Het aantal agrariërs in Europa neemt af en de gemiddelde leeftijd stijgt. Het in stand houden van landbouwactiviteiten wordt moeilijk, in het bijzonder in gebieden met een lage opbrengst. Sommige landbouwgronden worden verlaten en dat kan gevolgen hebben die verder reiken dan de lokale economie voor gebieden waar landbouwactiviteiten helpen de natuur te beschermen.
Het tweede punt is intensivering. We hebben het dan over vergroting van de opbrengsten per hectare door middel van schaalvergroting, mechanisatie, drainage, irrigatie en de toepassing van meststoffen en pesticiden. Dit vergroot het rendement, waardoor we minder grond nodig hebben voor de landbouw. Daar staat tegenover dat het de biodiversiteit van de landbouwgrond vermindert en zorgt voor meer vervuiling van de bodem, rivieren en meren.
Ook klimaatverandering zal een effect hebben op de landbouwproductiviteit in Europa. Veel regio’s zullen zich moeten aanpassen aan veranderingen in groeiseizoenen en regenval.
Een overschakeling naar systemen met een lage opbrengst zou onrealistisch en contraproductief zijn. We kunnen ons, met het oog op de economie en het milieu, geen inefficiënte landbouw veroorloven. Tegelijkertijd moeten we de vervuiling als gevolg van de landbouw terugdringen. Dat is een dilemma. Biologische landbouw (zonder pesticiden en kunstmest) kan ook intensief zijn, maar de opbrengst is naar schatting zo’n 20 procent lager dan die van intensieve landbouw. Om dezelfde hoeveelheid voedsel te kunnen blijven produceren, zouden we daarvoor dus meer grond moeten vrijmaken voor de landbouw.
Een dergelijke overschakeling zou ook wereldwijde effecten hebben. Aangezien de EU een van de grootste voedselproducenten en -exporteurs is, zou een significante vermindering van haar productie ook van invloed zijn op de wereldwijde productie en dus op de voedselprijzen. Stijgingen van de voedselprijzen raken alle delen van de maatschappij, in het bijzonder gezinnen met lage inkomens. Dat zou in strijd zijn met de doelstelling van toegankelijk en betaalbaar voedsel.
Landbouw zal altijd een van de activiteiten van de mens blijven met de grootste invloed op het milieu. Deze invloed kan echter op verschillende manieren worden teruggedrongen. Een overgang naar innovatieve systemen met een lage behoefte aan productiemiddelen (bijvoorbeeld door toepassing van biologische en precisielandbouwtechnieken) lijkt al met al de beste benadering.
Het verbeteren van de productiekant alleen is waarschijnlijk niet voldoende met het oog op de wereldwijd groeiende vraag naar voedsel, vezels en energie. We moeten ook de efficiëntie verhogen in andere delen van het voedselsysteem, zoals transport, detailhandel en consumptie.
Grote gebieden landbouwgrond worden gebruikt voor de productie van veevoer, dat als voedsel dient voor het vee dat wordt gehouden voor de productie van vlees. Een verschuiving naar een dieet met minder vlees en meer groenten zou zeker de druk op de landbouwgrond verminderen. Of neem het voorbeeld van voedselverspilling. Tussen de 30 en 40 procent van het geproduceerde voedsel wordt verspild in Europa. Voedselverspilling begint op de akker, gaat door tijdens het transport en in de winkel en eindigt bij ons thuis. Bij elke stap verspillen we de grond, het water en de energie die zijn gebruikt om het voedsel te produceren dat we niet eens consumeren.
Het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU speelt hierin een sleutelrol. Recente hervormingen hebben voor een groot deel een einde gemaakt aan het verband tussen de betalingen aan agrariërs en hun opbrengsten. Naleving van de milieuwetgeving is nu vereist om in aanmerking te komen voor financiële steun en bepaalde vergroenende maatregelen zijn verplicht. Dit heeft geholpen overproductie te voorkomen en het kan de druk op het milieu verlichten, maar er kan nog meer worden gedaan, bijvoorbeeld om de afhankelijkheid van minerale meststoffen en pesticiden te verminderen.
De landbouw concurreert ook om grond met energie (biobrandstoffen), huisvesting en stedelijke gebieden. Betere ruimtelijke planning – waar bedrijven we intensieve landbouw en waar extensieve landbouw met een lage behoefte aan productiemiddelen – zou ook helpen de grond efficiënter te gebruiken en de blootstelling van de mens aan milieuproblemen te verminderen.
Samengevat behelst het ideale scenario een efficiënter gebruik van de hulpbronnen die we tot onze beschikking hebben, in het bijzonder grond en water. Ons recente indicatorrapport bekijkt het gebruik van hulpbronnen in een bredere context en legt verbanden tussen het voedselsysteem en andere belangrijke systemen (energie, huishoudens en materialen).
Ybele Hoogeveen
Interview, gepubliceerd in nummer 2013/2 van de EEA-nieuwsbrief, december 2013
For references, please go to https://eea.europa.eu./nl/articles/de-europese-landbouw-hoe-maken or scan the QR code.
PDF generated on 23-12-2024 07:06
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen