All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Article
We worden dagelijks omringd door honderden of duizenden synthetische chemische stoffen. Ze zitten in ons voedsel, onze kleding, ons gereedschap, onze meubels, speelgoed, cosmetica en geneesmiddelen. Zonder deze stoffen zou onze samenleving niet hetzelfde zijn. Ondanks het nut ervan weten we echter dat veel van deze stoffen negatieve effecten kunnen hebben op onze gezondheid en het milieu.
Volgens sommige schattingen is wereldwijd ongeveer 6% van de ziektelast — waaronder chronische ziekten, kanker, neurologische en ontwikkelingsstoornissen — en 8% van de sterfgevallen toe te schrijven aan chemische stoffen. Bovendien kunnen deze percentages verder stijgen en wordt slechts een klein aantal chemische stoffen waarvan het effect op de gezondheid goed bekend is, in aanmerking genomen.
In 2018 werd meer dan 300 miljoen ton chemische stoffen verbruikt in de EU en meer dan twee derde daarvan bestond uit chemische stoffen die volgens Eurostat als schadelijk voor de gezondheid zijn ingedeeld. Er zijn in de EU meer dan 20 000 afzonderlijke chemische stoffen geregistreerd in het kader van de verordening inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH).
Naarmate deze aantallen verder toenemen, wordt het steeds moeilijker om alle effecten van chemische stoffen op onze gezondheid en het milieu per geval te beoordelen. In de meeste studies werden tot dusver de effecten van slechts één chemische stof en de veilige drempels ervan onderzocht, maar mensen worden voortdurend blootgesteld aan een mengsel van chemische stoffen. Deze gecombineerde blootstelling kan gevolgen hebben voor de gezondheid, zelfs als afzonderlijke stoffen in het mengsel de veilige niveaus niet overschrijden.
Bovendien kunnen persistente chemische stoffen zich ophopen in menselijke weefsels, met negatieve gevolgen voor de gezondheid na langdurige blootstelling. Per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) zijn bijvoorbeeld een groep van bijna 5 000 veelgebruikte chemische stoffen die zich in de loop van de tijd bij mensen en in het milieu kunnen ophopen. PFAS zijn een voorbeeld van persistente organische verontreinigende stoffen, de zogenaamde eeuwige chemicaliën.
Mensen worden voornamelijk blootgesteld aan PFAS via drinkwater, voedsel en voedselverpakkingen, stof, cosmetica, textiel met PFAS-coating en andere consumentenproducten.
De effecten van blootstelling van de mens aan PFAS zijn onder andere nierkanker, testiskanker, schildklierziekte, leverschade en allerlei effecten Het gebruik van PFAS-vrije producten en kookmateriaal helpt de blootstelling te verminderen. Consumentenorganisaties en nationale instellingen die zich bezighouden met milieu, gezondheid of chemische stoffen verstrekken vaak algemene en specifieke adviezen voor het vinden van PFAS-vrije alternatieven.
Met het “voorzorgsbeginsel” wordt in gewoon Nederlands bedoeld dat voorkomen beter is dan genezen. Het betekent dat, wanneer wetenschappelijk bewijs voor iets onzeker is en er redelijke gronden zijn om bezorgd te zijn over schadelijke effecten, besluitvormers het zekere voor het onzekere moeten nemen en risico’s moeten vermijden. Bij nieuwe chemische stoffen gaat de ontwikkeling sneller dan het onderzoek naar de negatieve gevolgen ervan. Daarom is voorzichtigheid geboden.
Meer informatie over het voorzorgsbeginsel:
Sommige chemische stoffen verstoren de werking van het hormoonsysteem van het lichaam. Blootstelling aan deze zogenaamde hormoonontregelaars kan zeer uiteenlopende gezondheidsproblemen veroorzaken, variërend van ontwikkelingsstoornissen, obesitas en diabetes tot onvruchtbaarheid bij mannen en mortaliteit in verband met lagere testosteronspiegels. Foetussen, kleine kinderen en tieners zijn bijzonder kwetsbaar voor hormoonontregelaars.
Van ongeveer 800 stoffen is bekend of wordt vermoed dat het hormoonontregelaars zijn en veel van deze stoffen zijn aanwezig in alledaagse producten, zoals metalen conservenblikken, kunststoffen, pesticiden, voedsel en cosmetica.
Voorbeelden van hormoonontregelaars zijn bisfenol A (BPA),dioxinen, polychloorbifenylen (PCB’s) en bepaalde soorten ftalaten. Ftalaten worden bijvoorbeeld gebruikt om plastic te verzachten voor gebruik in een breed scala aan consumentengoederen, zoals vinylvloeren, lijmen, reinigingsmiddelen, luchtverfrissers, smeeroliën, voedselverpakkingen, kleding, lichaamsverzorgingsproducten en speelgoed.
Eén manier om te worden blootgesteld is het consumeren van voedsel en dranken uit recipiënten waarin ftalaten verwerkt zijn. Een andere manier is het binnenshuis inademen van stof dat is verontreinigd met ftalaten die vrijkomen uit kunststofproducten of uit stoffering van polyvinylchloride (pvc). (Dit is een van de redenen waarom het belangrijk is dat we onze kamers regelmatig luchten.) Kinderen die spelen met speelgoed dat deze stoffen bevat, lopen ook gevaar en aangezien ftalaten ook in consumentenproducten zoals zeep en zonnebrandlotions kunnen worden aangetroffen, kan blootstelling ook via de huid plaatsvinden.
De EU heeft maatregelen genomen om de blootstelling van mensen aan ftalaten te verminderen door het gebruik van sommige van deze stoffen te verbieden en het gebruik van andere in speelgoed, cosmetica en voedselverpakkingen te beperken. Oudere producten en stoffering kunnen echter ftalaten bevatten die nu verboden zijn, dus ze zijn nog steeds aanwezig in onze dagelijkse omgeving.
Chemische stoffen die gevaarlijk zijn gebleken, zijn soms vervangen door andere stoffen met een soortgelijke structuur, die later even toxisch bleken te zijn. Deze gevallen worden “betreurenswaardige vervangingen” genoemd, zoals in het geval van de vervanging van bisfenol-A, een chemische stof die voorheen in veel kunststofartikelen en in thermisch drukpapier werd gebruikt, door bisfenol-S en bisfenol-F.
Bovendien bleek uit een recent inspectieproject van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) dat producten die worden geïmporteerd uit niet-EU-landen nog steeds ftalaten kunnen bevatten. China heeft de afgelopen jaren beperkingen opgelegd voor bepaalde ftalaten in speelgoed en materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, maar in veel producten uit China en van een andere, soms onbekende, oorsprong die in de EU worden ingevoerd, worden nog steeds ftalaten aangetroffen.
Gezamenlijke inspanningen hebben ertoe geleid dat de aanwezigheid van persistente organische verontreinigende stoffen, zoals dioxinen, PCB’s en atrazine, in het Europese milieu sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is afgenomen, maar de persistentie van deze stoffen en het feit dat ze zich ophopen in de voedselketen, met name in dierlijk vet, blijven zorgen baren. Een ander punt van zorg is dat sommige stoffen zijn vervangen door andere, even toxische, chemische stoffen.
Pesticiden zijn een andere groep chemische stoffen die schadelijk kunnen zijn voor onze gezondheid, vooral als gevolg van de consumptie van groenten en fruit die ermee in aanraking zijn geweest. Kinderen zijn bijzonder kwetsbaar, deels omdat zij verhoudingsgewijs meer voedsel per kilogram lichaamsgewicht eten dan volwassenen. Het eten van biologische producten kan deze pesticidenbelasting verminderen, maar niet iedereen kan zich dat veroorloven.
De EU reguleert pesticiden in het kader van de verordening inzake gewasbeschermingsmiddelen en stelt veilige grenswaarden vast voor bestrijdingsmiddelenresiduen in voedsel en diervoeders. Uit de meest recente informatie van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) blijkt dat 95,5% van de in 2018 in de EU verzamelde voedselmonsters binnen de wettelijke grenzen bleef. Tafeldruiven en paprika’s behoorden tot de levensmiddelen die het vaakst de wettelijke toegestane residugehalten overtroffen. Op basis van de geanalyseerde monsters, die zowel gewone als biologische producten bevatten, wordt de kans dat Europese burgers aan gevaarlijke gehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen worden blootgesteld, echter als laag beschouwd.
Niet alle chemische stoffen die schadelijk zijn voor onze gezondheid zijn nieuw. Zo is kwik van nature aanwezig in het milieu en wordt het al eeuwenlang door menselijke activiteiten in lucht en water geloosd. Tegenwoordig weten we echter dat het inslikken van kwik gevolgen kan hebben voor het zenuwstelsel, de nieren en de longen en dat blootstelling tijdens de zwangerschap de ontwikkeling van de foetus kan beïnvloeden.
Mensen worden voornamelijk aan kwik blootgesteld door het eten van grote roofvissen zoals tonijn, haai, zwaardvis, snoek, snoekbaars, paling en marlijn. Dit betekent ook dat de blootstelling kan worden beperkt door voedingskeuzes, wat met name van belang is voor kwetsbare groepen, zoals zwangere moeders en jonge kinderen.
Voor een vollediger beeld van de blootstelling van de mens aan chemische stoffen zijn gegevens nodig over wat zich in onze lichamen bevindt.
Dat geldt zowel voor chemische stoffen die we eten als voor chemische stoffen die we via andere blootstellingsroutes binnenkrijgen. Deze soorten menselijke biomonitoringgegevens kunnen worden gebruikt om de beoordeling van chemische risico’s te verbeteren door informatie te verstrekken over de feitelijke blootstelling van de mens via meerdere blootstellingsroutes.
Menselijke biomonitoring meet de blootstelling van mensen aan chemische stoffen door analyse van de stoffen zelf, de metabolieten ervan of markers van daarmee samenhangende gezondheidseffecten in urine, bloed, haar of weefsel. Informatie over blootstelling van de mens kan worden gekoppeld aan gegevens over bronnen en epidemiologische onderzoeken om onderzoek naar de blootstellings-responsrelaties bij mensen te onderbouwen.
Het Europees initiatief voor menselijke biomonitoring, HBM4EU, dat in 2017 werd gelanceerd en werd medegefinancierd in het kader van Horizon 2020, is een gezamenlijke inspanning van 30 landen, het EEA en de Europese Commissie.
Dit initiatief is er vooral op gericht de menselijke biomonitoring in Europa te coördineren en te bevorderen. Op die manier wil HBM4EU zorgen voor beter bewijs van de daadwerkelijke blootstelling van burgers aan chemische stoffen en de mogelijke gezondheidsgevolgen daarvan, om zo de beleidsvorming te ondersteunen. Er zijn in het project ook focusgroepen opgezet om inzicht te krijgen in de perspectieven van EU-burgers op blootstelling aan chemische stoffen en menselijke biomonitoring.
In het kader van HBM4EU wordt gewerkt aan het genereren van robuuste en coherente datasets over de blootstelling van de Europese bevolking aan zorgwekkende chemische stoffen. Dit omvat het produceren van blootstellingsgegevens over 16 stofgroepen, mengsels van chemische stoffen en opkomende chemische stoffen, het onderzoeken van blootstellingsroutes en het koppelen van blootstelling aan gezondheidseffecten.
Ga naar: www.hbm4eu.eu
De EU heeft op het gebied van chemische stoffen de strengste en meest geavanceerde regels ter wereld. De REACH-verordening is de belangrijkste wetgeving ter bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu, en de EU heeft regels vastgesteld voor de indeling, etikettering en verpakking van chemische stoffen.
Synthetische chemische stoffen die vrijkomen in de natuur kunnen schadelijk zijn voor planten en dieren. Neonicotinoïden zijn bijvoorbeeld insecticiden die in de landbouw worden gebruikt om schadelijke organismen te bestrijden en risico’s met zich meebrengen voor bijen, die belangrijke bestuivers zijn en daardoor de voedselproductie ondersteunen. Pesticiden kunnen ook gevolgen hebben voor vis- en vogelpopulaties en hele voedselketens. In 2013 heeft de Europese Commissie strenge beperkingen gesteld aan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en behandelde zaden die bepaalde neonicotinoïden bevatten, om honingbijen te beschermen.
De EU beschikt over wetgeving om chemische stoffen in reinigingsmiddelen, biociden, gewasbeschermingsmiddelen en farmaceutische producten te reguleren. Er is beleid ter beperking van het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen in lichaamsverzorgingsproducten, cosmetica, textiel, elektronische apparatuur en materialen die met levensmiddelen in aanraking komen. Er gelden ook grenswaarden voor chemische stoffen in de lucht, voedsel en drinkwater. Er is wetgeving met betrekking tot emissies uit puntbronnen van industriële installaties en stedelijke afvalwaterzuiveringsinstallaties.
Er is echter ruimte voor verbetering om een minder giftig milieu tot stand te brengen, en de Europese Green Deal heeft tot doel de burgers verder te beschermen tegen gevaarlijke chemische stoffen met een nieuwe strategie voor chemische stoffen en door de EU te sturen in de richting van de ambitie om alle vervuiling tot nul terug te brengen.
For references, please go to https://eea.europa.eu./nl/ema-signalen/signalen-2020/articles/gezond-leven-in-een-chemische-wereld or scan the QR code.
PDF generated on 23-12-2024 11:22
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen