All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Er is nog steeds sprake van verstedelijking, ondanks het feit dat nu al ongeveer driekwart van de bevolking van West-Europa en de NOS, en iets minder dan tweederde van die van de LMOE, in steden leeft.
De snelle toename van het particulier vervoer en het intensieve verbruik van hulpbronnen bedreigt het stedelijk leefmilieu en dientengevolge de gezondheid en het welzijn van de mens. In veel steden vindt nu meer dan 80% van het gemechaniseerde vervoer met de auto plaats. Voorspellingen voor de vervoersgroei in West-Europa duiden op de mogelijkheid dat, uitgaande van een “business as usual”-scenario, de vraag naar personen- en vrachtvervoer via de weg tussen 1990 en 2010 nagenoeg verdubbelt, waarbij het aantal auto’s met 25-30% toeneemt en het aantal kilometers dat jaarlijks met de auto wordt afgelegd, met 25%. Verwacht wordt dat de huidige groei in stedelijke mobiliteit en autobezit in de steden in de LMOE het komende decennium versneld zal toenemen, met de daarbij behorende stijging van energieverbruik en emissies.
Over het algemeen is de luchtkwaliteit in de meeste Europese steden verbeterd. Door de vermindering van het loodgehalte in benzine zijn de jaarlijkse loodconcentraties in de jaren negentig scherp gedaald, en ook de concentraties van andere verontreinigende stoffen lijken af te nemen. Enkele steden in de LMOE maakten echter melding van kleine stijgingen in de loodconcentraties gedurende de afgelopen vijf jaar, door een toename van het verkeer. De voorziene geleidelijke eliminatie van het gebruik van loodhoudende benzine zou dit probleem oplossen.
Sommige steden hebben echter gedurende de hele zomer nog steeds te kampen met hoge ozonconcentraties. De meeste steden die gegevens verstrekten, maakten melding van overschrijdingen van de WHO-richtwaarden voor zwaveldioxide, koolmonoxide, stikstofoxiden en vaste deeltjes. Er zijn weinig gegevens beschikbaar over benzeen, maar overschrijding van de WHO-richtwaarden voor luchtkwaliteit lijkt een algemeen verschijnsel.
Extrapolatie van de gerapporteerde gegevens naar alle 115 grote Europese steden duidt erop dat ongeveer 25 miljoen mensen worden blootgesteld aan wintersmog (overschrijding van de richtwaarden voor zwaveldioxide en vaste deeltjes). Het aantal mensen dat uitgaande van een zelfde extrapolatie wordt blootgesteld aan zomersmog (ozon-gerelateerd) is 37 miljoen, waarbij bijna 40 miljoen mensen ten minste één keer per jaar aan een overschrijding van de WHO-richtwaarden worden blootgesteld.
In West-Europa zijn momenteel de grootste bronnen van luchtverontreiniging motorvoertuigen en de verbranding van gasvormige brandstoffen; voorheen waren dit industriële processen en de verbranding van kolen en hoogzwavelige brandstoffen. Aangezien een toename van het vervoer wordt voorzien, zullen naar verwachting ook de emissies door dat vervoer en daarmee de luchtverontreiniging in de steden toenemen. In de LMOE en de NOS vinden soortgelijke verschuivingen plaats, zij het in een langzamer tempo.
Ongeveer 450 miljoen mensen in Europa (65% van de bevolking) worden blootgesteld aan hoge geluidsniveaus (meer dan het Equivalent continu-niveau van de geluiddruk (Leq) 24u 55dB(A)). Ongeveer 9,7 miljoen mensen worden blootgesteld aan onaanvaardbare geluidsniveaus (meer dan Leq 24u 75dB(A)).
Het waterverbruik is in een aantal Europese steden toegenomen: ongeveer 60% van de grote Europese steden maakt zich schuldig aan overexploitatie van de grondwatervoorraden. De beschikbaarheid en kwaliteit van water kan in landen die kampen met watertekorten, met name in Zuid-Europa, in toenemende mate een belemmering vormen voor stadsontwikkeling. Verscheidene steden in Noord-Europa hebben hun waterverbruik echter verminderd. Over het algemeen zou het beschikbare water doelmatiger gebruikt kunnen worden, omdat huishoudens slechts een klein percentage van het water dat zij verbruiken, als drink- en kookwater gebruiken en omdat grote hoeveelheden (5 tot meer dan 25%) door lekken verloren gaan.
Stadsproblemen zijn niet beperkt tot de steden zelf. Er is steeds meer land nodig om de bevolking van grote steden van de noodzakelijke hulpbronnen te voorzien en de stedelijke emissies en afvalstoffen te kunnen verwerken.
Ondanks de vooruitgang die is geboekt met het opzetten van milieubeheersystemen in Europese steden, wachten tal van problemen nog op een oplossing. De afgelopen vijf jaar heeft een toenemend aantal gemeentelijke overheden gepoogd om, via strategieën zoals verwoord in lokale Agenda 21, tot duurzame ontwikkeling te komen. Voorbeelden daarvan zijn maatregelen ter beperking van het water-, energie- en grondstoffenverbruik, een verbetering van het ruimtelijke ordenings- en vervoersbeleid, en een beter gebruik van economische instrumenten. Al meer dan 290 steden hebben zich aangesloten bij de Europese Campagne voor duurzame steden en gemeenten.
De gegevens over veel aspecten van het stedelijk leefmilieu – bijvoorbeeld waterverbruik, afvalproductie, afvalwaterbehandeling, geluidshinder en luchtverontreiniging – zijn nog steeds onvolledig en ontoereikend voor een uitgebreide evaluatie van de veranderingen in het stedelijk leefmilieu in Europa.
12.1 Inleiding
Meer dan tweederde van de Europese bevolking woont in stedelijke gebieden en de invloed van deze steden reikt veel verder dan de stadsgrenzen. Hun vraag naar natuurlijke hulpbronnen, het afval en de uitstoot naar de bodem, het water en de atmosfeer heeft aanzienlijke gevolgen op regionale en mondiale schaal. De “ecologische voetafdruk” van een stad kan meer dan honderd maal groter zijn dan de stad zelf (kader 12.1).
Het concept stedelijk ecosysteem zoals voorgesteld in het Dobris-rapport (EMA, 1995) verschaft een kader voor een beoordeling van het Europese stedelijk leefmilieu (zie figuur 12.1). Dit hoofdstuk analyseert de kwaliteit van het stedelijk leefmilieu, de stroom van hulpbronnen naar stedelijke activiteiten en de patronen van stedelijke ontwikkeling die van invloed zijn op het stedelijk leefmilieu en hulpbronstromen. Verder worden maatregelen op lokaal, nationaal en regionaal niveau besproken, alsmede strategieën voor het realiseren van duurzame stedelijke patronen.
Kennis over de staat van het Europese stedelijk leefmilieu is beperkt. Op Europees niveau zijn alleen vergelijkbare gegevens beschikbaar over die aspecten waarvoor een Europees monitornetwerk is opgezet, zoals bijvoorbeeld luchtkwaliteit. Gegevens over andere indicatoren zoals milieukwaliteit, hulpbronstromen en stedelijke patronen zijn steeds meer beschikbaar maar nog moeilijk te vergelijken. Alhoewel een groot aantal Europese steden veel energie en middelen aanwenden bij het verzamelen van milieugegevens, is er op Europese schaal nog geen algemeen kader opgezet voor het meten en interpreteren van algemene stedelijke milieutrends.
Figuur 12.1 Beoordelingskader voor het stedelijk leefmilieu |
|
Kwaliteit van het stedelijk leefmilieu
• Luchtkwaliteit
• Akoestische kwaliteit
• Groenzones
• Biodiversiteit
• Wegverkeer
Stedelijke patronen
•Demografische structuur
• ruimtelijke ordeningspatronen
•Mobiliteitspatronen
•Infrastructuur
• Manier van leven
Stedelijke stromen
• Materiaal
• Energie
• Emissie
• Afvalwater
• Afval in vaste vorm
Beleid
• Lokale Agenda 21
• Ruimtelijke ordening
• Milieubeheer
• Economische instrumenten
•Monitoring/Rapportage
Veel stedelijke problemen zijn nauw verbonden met zaken die in de andere hoofdstukken worden besproken, in het bijzonder fotochemische smog (hoofdstuk 5) en afval (hoofdstuk 7), alsmede klimaatverandering (hoofdstuk 2), verzuring (hoofdstuk 4), binnen- en kustwateren (hoofdstuk 9 en 10) en verontreinigde gebieden (hoofdstuk 11).
Er is een vragenlijst verspreid onder een aantal geselecteerde Europese steden, waaronder alle steden of agglomeraties met meer dan 500.000 inwoners, waar tezamen ongeveer 165 miljoen mensen (24% van de gehele Europese bevolking) wonen. Deze vragenlijst had tot doel om specifieke gegevens over stedelijke gebieden te verzamelen. Dit hoofdstuk is voornamelijk gebaseerd op de ontvangen antwoorden.
For references, please go to https://eea.europa.eu./nl/publications/92-828-3351-8/page012.html or scan the QR code.
PDF generated on 23-11-2024 19:39
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen