volgende
vorige
items

Over afval en materiële hulpbronnen

Pagina Laatst gewijzigd 03-06-2016
De Europese economie is gebaseerd op een hoge consumptie van hulpbronnen. Dit omvat grondstoffen (zoals metalen, bouwmineralen of hout), energie en land. De belangrijkste drijvende krachten achter de Europese consumptie van hulpbronnen zijn economische groei, technologische ontwikkelingen en veranderingen in consumptie- en productiepatronen. Ongeveer een derde van de gebruikte hulpbronnen wordt uiteindelijk omgezet in afval en uitstoot. Jaarlijks wordt in de EMA-lidstaten per hoofd van de bevolking ongeveer vier ton afval gegenereerd. Elke inwoner van Europa gooit per jaar gemiddeld 520 kilo huishoudelijk afval weg en dit cijfer zal naar verwachting toenemen.

In de EU-15 is het gebruik van materialen de afgelopen twee decennia weinig veranderd; het blijft ongeveer 15–16 ton per hoofd van de bevolking per jaar. Dit getal varieert echter aanzienlijk van land tot land, van ongeveer 12 ton per hoofd van de bevolking in Italië tot 38 ton per hoofd van de bevolking in Finland. Bouwmaterialen hebben hierin het grootste aandeel, gevolgd door fossiele brandstoffen en biomassa. Efficiëntie van het gebruik van hulpbronnen is in de EU-15 meerdere malen hoger dan in de nieuwe EU -lidstaten of in de landen van Zuidoost Europa. Vooruitzichten tot 2020 wijzen erop dat het gebruik van hulpbronnen in de EU zal blijven stijgen.

Gebruik van hulpbronnen neemt ook toe in andere regio's ter wereld. Dit is deels te wijten aan de toegenomen consumptie van goederen en diensten in Europa, vaak gebaseerd op uit deze andere regio's afkomstige hulpbronnen.

De EU streeft naar een 'efficiënter gebruik van hulpbronnen ter vermindering van het algemene gebruik van niet-hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen en de aan het gebruik van grondstoffen gerelateerde milieugevolgen, gebruikmakend van hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen op een niveau dat de regeneratiecapaciteit ervan niet te boven gaat' (Herziene EU-strategie voor duurzame ontwikkeling, 2006).

De hoge consumptie van hulpbronnen in Europa is belastend voor het milieu, zowel in Europa als in andere regio's ter wereld. Deze belasting bestaat onder meer uit uitputting van niet-hernieuwbare hulpbronnen, intensief gebruik van hernieuwbare hulpbronnen, transport, hoge emissies aan water, lucht en grond door mijnbouwactiviteiten en productie, consumptie en afvalproductie. Algemeen wordt erkend dat er fysieke limieten bestaan aan de voortdurende toename van het gebruik van hulpbronnen. Wonen, voedsel en mobiliteit hebben het grootste aandeel in gebruik van hulpbronnen en belasting van het milieu.

Afhankelijk van de manier waarop ermee wordt omgegaan, kan afvalverwerking een aantal gevolgen hebben voor de gezondheid en het milieu, inclusief emissies aan lucht, oppervlaktewater en grondwater. Afval vertegenwoordigt ook een verlies van natuurlijke hulpbronnen (zoals de metalen of andere recyclebare materialen die het bevat, of het potentieel ervan als energiebron). Goed afvalbeheer kan daarom de volksgezondheid en de kwaliteit van het milieu beschermen en tegelijkertijd bijdragen aan het behoud van natuurlijke grondstoffen.

De grootste afvalstromen in Europa zijn afkomstig van bouw- en sloopwerkzaamheden en van productieactiviteiten. Het grootste deel van het afval in Europese gemeenten wordt nog altijd naar de vuilstort gebracht (45%). Steeds meer gemeentelijk afval wordt echter gerecycled of gecomposteerd (37%), of verbrand voor de opwekking van energie (18%).

 

Permalinks

Documentacties