All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Article
‘Gisteren kwam ik terug van een klimexpeditie die ik leidde op de Matterhorn in Zwitserland. We gingen over de Hörnli-graat, de beroemde route die in 1865 voor het eerst werd gebruikt. Ik ga daar elke zomer naartoe. Deze veelgebruikte routes beginnen gevaarlijk te worden en een aantal is afgesloten. De permafrost, die het gesteente honderdduizenden jaren bijeen heeft gehouden, is aan het smelten. Hij smelt overdag en vriest ’s nachts op, waardoor het gesteente afbrokkelt. Elk jaar gebeurt dit op grotere hoogten — het kruipt op naar de bergen.’
Sebastian Montaz is een berggids en ski-instructeur die in Saint Gervais woont, een plaatsje bij Chamonix in Frankrijk. Hij groeide op in de Franse Alpen en gidst bergbeklimmers en skiërs door de Alpen.
‘Normaal gesproken veranderen bergen langzaam. Maar hier in de Alpen zien we elk seizoen veranderingen. De Alpen hebben al een dramatisch ander aanzien gekregen vergeleken met de tijd dat ik een kind was en wie zal zeggen hoe het er met de Alpen voorstaat als mijn dochter volwassen is.’
‘De afgelopen vijf jaar was het in juni en juli onmogelijk te klimmen in gemengd terrein, dus over sneeuw en ijs. Nu is dat van juni tot eind september onveilig. Afgelopen winter hadden we de beste sneeuw in negen jaar, maar dat soort winters is een uitzondering,’ aldus Sebastian.
De invloed die de klimaatverandering op de Alpen heeft, betreft onder meer de staat van de permafrost, die het gesteente bij elkaar houdt, en het volume en de kwaliteit van de sneeuw. Gletsjers trekken zich terug en ijs- en sneeuwbruggen verdwijnen. Het vak van berggids verandert doordat traditionele routes onveilig worden. Sommige gletsjers die vijf jaar geleden veilig konden worden overgestoken, zijn veranderd. Het ijs is weg en de rots eronder is vrij komen te liggen.
De Alpen zijn een symbool van Europa, een icoon. Ze zijn een van de belangrijkste toeristische bestemmingen op het continent, maar hebben daarnaast een nog veel grotere betekenis. Veertig procent van het zoete water in Europa komt er vandaan. Tientallen miljoenen Europeanen in lager gelegen gebieden worden zo van water voorzien. Geen wonder dat de Alpen wel eens de ‘watertorens van Europa’ worden genoemd.
Dit zoete water is essentieel, niet alleen voor de acht Alpenlanden, maar voor een enorm deel van het Europese continent. In een recent verslag van het EMA, Regional climate change and adaptation — The Alps facing the challenge of changing water resources (Regionale klimaatverandering en aanpassing — de Alpen en het probleem van veranderende watervoorraden) worden de effecten van klimaatverandering op de voorziening van en de vraag naar zoet water in belangrijke alpiene regio’s bestudeerd
Normaal gesproken veranderen bergen langzaam, zoals Sebastian Montaz opmerkt. Maar het alpiene klimaat is de afgelopen honderd jaar aanzienlijk veranderd. De temperatuurstijging van 2°C die er zich voordeed, was het dubbele van het mondiale gemiddelde. Daardoor smelten de alpengletsjers. Sinds 1850 hebben zij ongeveer de helft van hun ijs verloren en het tempo waarin dit verlies zich voltrekt is sinds medio jaren tachtig aanzienlijk versneld.
De sneeuwgrens stijgt ook en de neerslagpatronen — regen, (natte) sneeuw en hagel — zijn eveneens aan het veranderen. Een groot aantal middelgrote en kleine gletsjers zal waarschijnlijk de eerste helft van deze eeuw verdwijnen. Geschat wordt dat in gebieden waar de sneeuwval nu nog normaal is, er ’s winters meer regen zal vallen, waardoor er minder dagen sneeuw zal liggen. Dit heeft invloed op de manier waarop bergen ’s winters water verzamelen en opslaan en het gedurende de warmere zomermaanden weer verdelen. Zodoende wordt er in de winter een toename en in de zomer een afname van de waterafvoer verwacht.
In de Alpen wordt water ’s winters als sneeuw en ijs verzameld en opgeslagen in gletsjers, meren, grondwatermassa’s en de bodem. In het voorjaar en de zomer komt het dan langzaam vrij, wanneer ijs en sneeuw smelten en het water rivieren inloopt als de Donau, de Rijn, de Po en de Rhône, die stuk voor stuk in de bergen ontspringen. Hierdoor komt er water beschikbaar wanneer de watervoorraad in het laagland afneemt en de vraag het grootst is.
De delicate interacties van dit oeroude proces van opslag en afgifte worden nu bedreigd door de klimaatverandering. Hoe zullen de alpiene ecosystemen door de klimaatverandering worden aangetast? Hoe zullen ecosysteemdiensten veranderen? En wat kunnen we eraan doen?
Wist u dat?(5)
|
De alpiene ‘watertorens’ zijn uitermate gevoelig voor veranderingen in meteorologische en klimatologische processen en in het gebruik van land en water door de mens. Wijzigingen kunnen van invloed zijn op de kwaliteit en kwantiteit van het water dat aan tientallen miljoenen Europeanen wordt geleverd.
De klimaatverandering dreigt de ‘waterkringloop’ in de Alpen drastisch te wijzigen. Veranderingen in neerslag, sneeuwbedekkingspatronen en gletsjeropslag zullen naar verwachting de wijze waarop water wordt vervoerd wijzigen. Dit betekent meer droogteperioden in de zomer, overstromingen en aardverschuivingen in de winter en een grotere veranderlijkheid in de watervoorziening, het hele jaar door. De waterkwaliteit zal ook worden aangetast.
Ecosysteemdiensten en economische sectoren zullen waarschijnlijk worden getroffen door watertekorten en door vaker voorkomende extreme omstandigheden, gecombineerd met een almaar toenemende vraag naar water (voor irrigatie in de landbouw en de toestroom van toeristen, bijvoorbeeld). Huishoudens, de landbouw, de energieproductie, de bosbouw, het toerisme en de binnenvaart zullen stuk voor stuk te lijden hebben. Dit kan de reeds bestaande problemen van watervoorziening verergeren en tot conflicten leiden tussen gebruikers, zowel in de Alpen als elders. Vooral Zuid-Europa zal waarschijnlijk vaker aan droogteperioden blootstaan.
Water, een vaak voor vanzelfsprekend gehouden natuurlijke hulpbron, krijgt een nieuwe waarde als gevolg van de klimaatverandering.
‘Vanaf de bronnen in de bergen legt het water dat we in Wenen krijgen een afstand van ten minste 100 kilometer af,’ zegt dr. Gerhard Kuschnig, hoofd van de afdeling Bronnenbescherming van de Weense Gemeentelijke Waterwerken. Dr. Kuschnig werkt op honderden kilometers afstand van de Alpenwoning van Sebastian, de berggids. Maar de klimaatverandering houdt ook hem bezig.
‘Er zijn nog geen echte problemen met de kwaliteit of de kwantiteit, maar de toekomst is onzeker. Omgaan met klimaatverandering betekent dat je onzekerheid moet managen. Wij willen er zeker van zijn dat we de juiste vragen stellen,’ voegt dr. Kuschnig eraan toe.
Twee miljoen mensen in de steden Wenen en Graz en de omliggende gebieden zijn afhankelijk van een deel van de Oostenrijkse Alpen voor hun watervoorziening. Vandaar dat de zoetwaterbronnen in de regio wettelijk zijn beschermd. De wateraquifers (verzadigd gesteente dat gemakkelijk water doorlaat) in deze berggebieden zijn uiterst kwetsbaar door de geologische samenstelling van het gesteente, het klimaat en het landgebruik, die samen een aanzienlijke invloed hebben op de kwaliteit en kwantiteit van het beschikbare water.
Wat de aanpassing aan de klimaatverandering betreft, is het in deze regio van groot belang om de kwantiteit en kwaliteit van het zoete water te beschermen. Water van hoge kwaliteit kan op de lange termijn alleen worden gewaarborgd door het land te beschermen waar het water doorheen loopt. Veranderingen aan het land, waaronder nieuwe landbouwmethoden en bebouwing, hebben allemaal invloed op de kwaliteit en kwantiteit van het water. Wenen heeft de nabijgelegen bergbronnen meer dan 130 jaar lang beschermd, door gaandeweg uitgestrekte stukken land in de waterbeschermingsgebieden in eigendom te verwerven. De waterbeschermingszone beslaat een gebied van ongeveer 970 km² in Stiermarken en Neder-Oostenrijk.
‘Het water loopt door de oppervlaktelagen van het gesteente, circuleert in de berg en wordt nadat het op ondoorlaatbare lagen is gestuit, afgevoerd naar bronnen, waardoor het terugkeert naar de oppervlakte,’ legt dr. Kuschnig uit.
De tijdspanne tussen infiltratie (het doordringen in de bodem) en afvoer (terugkeer naar de oppervlakte via een bron) van water na regenval is heel kort. Extreme omstandigheden, zoals hevige regenval of het snelle smelten van sneeuw, leiden tot een grote hoeveelheid sediment die de waterkwaliteit beïnvloedt. Grote hoeveelheden sediment kunnen in de korte periode vóór de afvoer vaak niet worden gefilterd. Met het voortschrijden van de klimaatverandering zullen de weersomstandigheden waarschijnlijk ook extremer worden.’
Een verandering van de klimatologische omstandigheden in de regio, zoals temperatuurstijging, zal door grotere verdamping en meer of minder neerslag van rechtstreekse invloed zijn op de beschikbaarheid en de kwaliteit van water. De klimaatverandering heeft ook een indirect effect op de watervoorziening, doordat de vegetatie verandert.
Twee derde van de beschermingszone is bebost. Net als bij de landbouw is het beheer van de bossen in de regio gericht op bescherming van het drinkwater. ‘Onze grootste bedreiging op dit moment is dat de klimaatverandering de bossen aantast en daarmee ook erosie in de hand werkt. Zonder bomen en voldoende gebladerte wordt de bodem weggespoeld — dezelfde bodem die het water reinigt. Temperatuurstijgingen betekenen dat er nieuwe soorten bomen opduiken. Klimaatverandering staat gelijk aan onzekerheid, nieuwe factoren — en dat is altijd een risico,’ zegt dr. Kuschnig.
In de tussentijd ligt er in het onderwijs een belangrijke taak voor de waterautoriteit. De afgelopen 13 jaar hebben kinderen op een waterschool geleerd hoe belangrijk het water en het landschap dat het water voortbrengt, zijn. Regelmatig zijn er uitstapjes naar de bergbronnen, zodat leerlingen beter gaan begrijpen waar hun water vandaan komt. Het is ook van belang dat de agrarische gemeenschap, hoog in de alpenweiden, geïnformeerd is. Zij draagt verantwoordelijkheid voor de bescherming van het land rond de bronnen, in het bijzonder tegen mest.
De dienst waterbeheer van de gemeente Wenen is al betrokken bij projecten die andere partijen op watergebied bijeenbrengen om de gevolgen van en aanpassingen aan de klimaatverandering te bespreken. Zo is het project CC-WaterS een samenwerkingsverband van 18 organisaties uit 8 landen die ervaringen uitwisselen en gemeenschappelijke aanpassingsstrategieën bespreken.
‘Beleidsmaatregelen die verband houden met klimaatverandering worden vaak getroffen na extreme weersverschijnselen, die om actie roepen’, zegt Stéphane Isoard van het team Kwetsbaarheid en aanpassing van het EMA.
‘De hittegolf van 2003 is een goed voorbeeld. Maar er moeten nu aanpassingsstrategieën op basis van een systematischere analyse van kwetsbare gebieden, sectoren en mensen, worden uitgedacht en uitgevoerd, opdat zij robuust en effectief genoeg zijn om in de toekomst de onvermijdelijke gevolgen van de klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden. Aanpassing aan klimaatverandering en aan problemen op het gebied van watervoorziening vergt lokaal beheer binnen een regionaal, nationaal en Europees kader,’ zegt hij.
Een belangrijk onderdeel is een effectief, grensoverschrijdend stroomgebiedbeheer. Zo is er tot nu toe bijvoorbeeld zeer weinig samenwerking geweest tussen landen inzake het watertekortbeheer in stroomgebieden die ontspringen aan of worden gevoed door de Alpen. De EU verkeert in een gunstige positie om dit proces te begeleiden door de voorwaarden voor samenwerking te verbeteren.
Beperking van klimaatverandering betekent het terugdringen van de uitstoot van ‘broeikasgassen’, oftewel het vermijden van onbeheersbare gevolgen van klimaatverandering. Maar zelfs als de uitstoot nu zou ophouden, zal de klimaatverandering nog lange tijd doorgaan vanwege de eerdere opbouw van broeikasgassen in de atmosfeer. Wij moeten daarom een begin maken met aanpassing. Aanpassing aan klimaatverandering betekent het in kaart brengen en aanpakken van de kwetsbaarheid van de natuur en de mens voor de gevolgen van bijvoorbeeld overstromingen, droogte, zeespiegelstijging en hittegolven. Uiteindelijk betekent aanpassing het heroverwegen van waar en hoe wij leven, nu en in de toekomst. Waar zal ons water vandaan komen? Hoe zullen we onszelf beschermen tegen extreme verschijnselen? Voor meer informatie over de onderwerpen die in Signalen worden behandeld, bezoek onze website: www.eea.europa.eu. |
5. Kaderrichtlijn water: http://ec.europa.eu/environment/water/water-framework/index_en.html
For references, please go to https://eea.europa.eu./nl/articles/de-alpen or scan the QR code.
PDF generated on 22-11-2024 20:43
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen