All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Voorwoord
Eind 1994 verzocht de Europese Commissie het Europees Milieu-agentschap een nieuw verslag over de toestand van het milieu op te stellen ten behoeve van de Europese Unie, dit om het in 1992 uitgebrachte verslag te actualiseren en een bijdrage te leveren aan de evaluatie van het vijfde milieu-actieprogramma, dat eind 1995 moet zijn afgerond.
Dit verzoek was het eerste van dien aard dat het Agentschap sinds zijn oprichting ontving; deze opdracht kreeg met name gewicht door het belang van het kader van het milieu-actieprogamma voor het opstellen van prioriteiten voor het werkprogramma van het Agentschap. In samenwerking met de Commissie (DG XI) werden begin 1995 de vorm van het verslag, het tijdsbestek en het proces waarin het moest worden ontwikkeld en uitgevoerd, vastgesteld. In maart 1995 werd het project gestart.
Onder gewone omstandigheden vergt het opstellen van een verslag over de toestand van het milieu veel moeite, aangezien het een activiteit betreft waarbij normaliter allerlei belanghebbenden in verschillende vakgebieden betrokken zijn. Dit gold des te meer daar het Agentschap na zijn oprichting nog niet op volle toeren en met de volledige personele bezetting draait. Wel kon het Agentschap beschikken over de resultaten van het uitvoerige rapport "Het milieu in Europa: Evaluatie van Dobris" (Europe's Environment: The Dobrí Assessment), dat als uitgangspunt diende voor een groot deel van het werk. Er moest aandacht worden besteed aan de doelstellingen en thema's van het vijfde milieu-actieprogramma (5EAP), en waar mogelijk diende de informatie geheel te worden geactualiseerd.
Het Agentschap voerde deze taak uit te zamen met de onderstaande toeleveranciers:
het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM);
het Deense National Environmental Research Institute (NERI);
Environmental Resources Management (ERM);
DHV Milieu & Infrastructuur (DHV);
het Danish Environmental Protection Agency (DEPA); en
het Institute for European and Environmental Policy, Londen (IEEP).
Er werden gegevens verstrekt door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat), de Wereldbank, de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE), het International Institute for Applied Systems Analysis (IASA), het Coördinatiecentrum voor Effecten van UNECE bij het RIVM en de Europese Commissie (DG XI).
Het hele project werd van begin tot eind door Keimpe Wieringa geleid en gecoördineerd. Het verslag werd geëvalueerd door het Wetenschappelijk Comité van het Agentschap en de Commissie plaatste er technische kanttekeningen bij. Ik wil hierbij blijk geven van mijn waardering en alle genoemde organisaties voor hun medewerking bedanken.
De neerslag van dit proces ligt momenteel voor u in de vorm van dit verslag. De uitkomsten ervan zijn van belang en laten zien dat er enerzijds weliswaar enige opmerkelijke vooruitgang te bespeuren is, maar dat anderzijds de verbeteringen in het milieu zich moeilijk aan speciale maatregelen laten koppelen en soms zelfs na een aanzienlijke vermindering van de milieudruk niet zichtbaar zijn. De redenen hiervoor zijn veelal de vertragingen, de niet-lineaire aard van milieuprocessen en de nog altijd bescheiden schaal waarop de inspanningen plaatsvinden, maar evenzeer het gebrek aan controle van alle van belang zijnde factoren en van nieuwe ontwikkelingen die andere toekomstverwachtingen scheppen. Het is echter duidelijk dat permanente waakzaamheid geboden is en dat de huidige doelstellingen en benaderingen moeten worden verruimd en aangescherpt, willen er over de gehele linie vorderingen worden gemaakt bij milieuvraagstukken.
Uit het verslag blijkt in hoeverre de Europese Commissie haar toezeggingen is nagekomen, met name ten aanzien van de presentatie en uitvoering van de initiatieven die van haar kant vereist zijn. Het hart van het vijfde milieu-actieprogramma wordt echter gevormd door het beginsel van gezamenlijke, maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid van alle belanghebbenden. Deze is moeilijk te verwezenlijken door middel van een programma dat alleen formeel is goedgekeurd door de Europese Commissie.
Het opstellen van het voorliggende verslag vormde de eerste meer algemene taakstelling in de richting van een operationeler systeem van milieurapportage, hetgeen niet alleen een beoordeling van de onderdelen van de keten milieudruk-milieutoestand-milieueffecten en aanverwante indicatoren vergt, maar ook een geleidelijke introductie van prestatie-indicatoren waarbij zowel de voortgang als de vooruitzichten wat betreft milieukwaliteit en duurzaamheid kunnen worden beoordelen. Het Agentschap staat voor de opgave om het systeem van milieurapportage allengs zodanig te verbeteren, dat het toepasselijk en actiegericht wordt.
Domingo Jiménez-Beltrán
Director Executivo
For references, please go to https://eea.europa.eu./nl/publications/92-827-5263-1-sum/page002.html or scan the QR code.
PDF generated on 23-11-2024 04:29
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen